Machu Picchu - The Salkantay Trail
Afgelopen zaterdag 3 oktober was het dan zover: tijd om te starten met de Salkanty Trail naar Machu Picchu. De Salkantay is een van de alternatieve routes voor de Inca trail en beiden leiden dus naar de legendarisch Inca stad Machu Picchu. De salkantay is onder andere langer en zwaarder dan de klassieke Inca trail en kost bovendien ongeveer de helft ($170 versus $350). Dit omdat de klassieke Inca trail in beheer is van de overheid en dus een betaalde route is. Iedereen mag vrij de salkantay- route lopen en de kosten zijn voornamelijk voor een stukje bus, trein, toegang tot Machu Picchu en uiteraard de hele organisatie. Aan de Klassieke inca trail mogen dagelijks maximaal 500 mensen beginnen (inclusief gidsen e.d) en aangezien deze route nog steeds dagelijks volledig is volgeboekt en omdat iedereen dagelijks op ongeveer hetzelfde moment begint met wandelen krijg je het gevoel dat je meedoet aan een soort van wandel-vierdaagse. De Salkantay route wordt veel minder gelopen en biedt dus nog de gelegendheid om heerlijk van de stilte en de natuur in de bergen te genieten.(we zijn onderweg een paar andere groepen van een man of 12 tegengekomen).
Zaterdagochtend werden we om 04.30 bij onze hostels opgehaald en naar het centrale verzamelpunt gebracht. Vanuit Cusco ging ik met Martin (doorgewinterde Zwitserse bergwandelaar annex restaurant/hotelmanager uit Bern) en Anouk (studente psychologie uit Leiden, hoe kan het ook anders..) de trail lopen. Bij het verzamelpunt kwamen er nog twee Poolse dames (ingevlogen uit Rio de Janeiro) en twee jolige Amerikaanse kerels (vers ingevlogen uit Buenos Aires) bij. Met gids en kok was iedereen zo rond de 25 jaar oud, dus een mooi jonge groep om mee te gaan hiken.
Na een busritje van 3 uur kwamen we om 08.00 aan bij het vertrekpunt in Mollepata. Helaas een brak ontbijt (witbrood) later zijn we begonnen met onze wandeltocht door de bergen. De eerste dag gingen we van zo´n 3000 meter omhoog naar 4000 meter. Een ander kenmerk van deze trail is dat je in tentjes gaat kamperen en dat je pas de vierde nacht in een hostel gaat slapen. Tot die tijd dus niet douchen en lekker stinken. Verder moet je je eigen bagage dragen, dus geen reserve broek of T-shirt, sokken e.d Zoals ik al zei, lekker stinken dus... Je mocht trouwens wel vijf kilo op een paard hangen maar met wat extra eten, water en een slaapzak kom je daar al gauw aan. De eerste nacht was ongelooflijk koud, ons tentje stond op een rotspartij dus de grond was keihard (ultradun matje).Volgens mij ben ik nog nooit zo vaak ´s nachts wakker geweest, hopend dat we alweer mochten gaan lopen. Een leuke grap van het reisbureau was om mij een te korte slaapzak mee te geven. Het ding had 2 meter moeten zijn maar ik paste er totaal niet in. Aangezien het zo´n mummy-ding was kon ik hem dus ook niet helemaal openritsen om er onder te gaan liggen dus dat was uiteindelijk knap ruk. Gelukkig was het snel weer vijf uur dus konden we weer aan de slag. Helemaal top was het moment dat de tent open werd geritst en we een hete mok coca-thee kregen aangereikt van onze gids en kok (wat een service!!).
Het ontbijt bracht weer een hoop lol met zich mee: de poolse dames zagen eruit als twee zombies en de amerikanen konden voor Fish-stick doorgaan aangezien ze waren vergeten om warme kleding mee te nemen: geen jas, geen muts, geen sjaal etc..(Salkantay, is that like, you know, cold??? ) Het ontbijt was vrij beroerd: wazige mais-pap en oud witbrood om de dag mee te beginnen. Gelukkig kon je het witbrood prima in de pap dippen en na de broodjes te hebben besmeerd met de oplos-chocolademelk inclusief zelf-meegebrachte pinda´s was het eigenlijk heel goed te eten. Gelukkig wel een hoop hilariteit want iedereen kon er wel smakelijk om lachen. (ik had een kilo noten mee, Anouk een kilo chocolade pinda´s en onze zwitser ongeveer 40 candybars ;). Op een gegeven moment roken we heerlijke pannenkoeken maar die gingen aan onze neuzen voorbij naar een andere groep; beetje jammer. Na het eten maar eens aan de chef gevraagd of dit soms haar eerste trip was (want niet te eten en duurde steeds uren voordat we konden eten) maar ons werd verzekerd dat ze al vaker mee was geweest.
Zoals ik al zei waren de Amerikanen bevroren en omdat we die dag heel steil omhoog gingen naar 4600 meter hebben ze zich maar ingepakt in de het rescue-folie van de zwitser en zijn ze op een paard naar boven gegaan J. 1 van de Poolse dames vond wandelschoenen te duur en was dus op haar esprit-gympies gaan wandelen. Niet zo´n heel strak plan dus ook de Poolse dames gingen (om- en- om) op een knol naar boven. Toen waren er dus nog maar 3 echte wandelaars voor die dag, het had wel wat weg van het 10-kleine-tuinkabouters- verhaal.
Na 2 uur en een kwartiertje waren we boven op de high-pass: het hoogste punt van de route op 4600 meter. We zaten inmiddels erg dicht bij de Salkantay , een berg van 6271 meter hoog en heel erg steil. Toen we boven waren deed zich ook een mooie lawine voor, dus we zaten op pole position! Na ongeveer anderhalf uur was ook de laatstse Poolse boven en konden we verder trekken naar het dal waar we zouden lunchen. (ongeveer 3 uur hobbelen). Inmiddels had onze ´kok´ aan 1 van ons opgebiecht dat dit de eerste keer was dat ze meeging en dat ze bovendien gids in opleiding was, niet kon koken en ook nog eens een hekel had aan koken... lekker dan, boven op de berg met een kok die er geen zin in heeft!! Gelukkig hadden we dus allemaal een hoop extra eten meegenomen, dus op zich geen probleem.
De tweede nacht was een stuk warmer, hoewel het wel regende en de poolse dames hun tent midden in de nacht in de eetzaal moesten opzetten omdat ie niet waterdicht was. Op dag drie (maandag) liepen we nog verder omlaag naar warmere gebieden. Het landschap varieerde tijdens de tocht enorm: van ijskoud en droog naar bloedheet en gortdroog naar tropisch warm en vochtig. Maandagavond gingen we een stuk met de bus (voelt een beetje als valsspelen maar de trek sluit gewoon niet aan, 30 km met de bus wil je niet lopen). De Amerikanen bleken een dag minder de tijd te hebben en gingen dus direct vanuit Santa Theresa met de trein door naar Agua Calientes (van waaruit je binnen een uur bij Machu Picchu bent). Wij gingen die avond naar de hot springs nabij Santa Theresa. Na een busrit van een half uur verwachtten we eigenlijk niet meer dan een gat in de grond met een schutting voor het omkleden, maar niets bleek minder waar: men heeft het gepresteerd om in-the-middle- of fucking nowhere een heerlijk spa-resort neer te zetten. Het resort heeft twee grote baden, van verschillende temperaturen. Het lijkt allemaal zo te zijn uitgehakt uit de rotsen en met een fenomenaal uitzicht bieden deze badjes de meest geniale ambiance die je je op zo´n moment kunt wensen. Helemaal top dus!
(na afloop wel weer dezelfde stinkende vochtige kleren aangetrokken, maar dat neem je makkelijk voor lief op zo´n moment ;)
Die avond werden we getrakteerd op een enorme hoosbui met hagel op de camping. In tegenstelling tot de tenten van de amerikanen van een andere groep waren onze tenten wel waterdicht maar menig amerikaan kon zijn slaapzak uitwringen. Gelukkig werden ze wel opgevangen in het gebouwtje bij de camping. Die avond kregen we van onze kok uberhaupt geen eten meer en moesten we aanschuiven bij een andere groep (lekkerste eten gehad sinds dat moment want zij hadden wel 2 goede koks).
De volgende ochtend bleek onze kok met de noorderzon te zijn vertrokken; ze had er genoeg van en had de trein gepakt terug naar Cusco! Onze gids was vanaf dat moment dus ook onze kok en verzorgde vervolgens het beste ontbijt dat we tot dan toe hadden gehad (banaan met warme chcocolade-saus als ontbijt, yummy!!). Na het onbijt zijn we op aanwijzingen van de gids via Hydroelectrica (inderdaad een plaatsje bij een waterkrachtcentrale) vertrokken naar Agua Calientes. Het eerste stuk hebben we met zijn drieen gedaan omdat de gids de Polen maar met de bus had gestuurd. Één van de dames was inmiddels aan de antibiotica omdat ze onstekingsreacties kreeg door de enorme aantallen muggensteken (we zijn allemaal volledig lekgestoken en DEET lijken de muggen hier juist lekker te vinden). De muggen hier zijn ook wat anders dan thuis: een soort mini-boorplatformpjes die echt een gaatje in je huid maken dus na een tijdje lijkt het alsof je de rode hond hebt of zoiets. De andere dame had een wondje dat alleen maar groter leek te worden dus die kon in bij terugkomst in Cusco ook linea recta naar een arts voor controle. Gelukkig waren wij drieen wel nog helemaal fit, op wat jeuk van de muggenbulten na dan. :D
De tweede helft van die dag liepen we over en langs de spoorlijn door naar Agua Calientes (krijg je een beetje een zwerverig/vluchteling achtig gevoel van, helemaal als je via de spoorlijn het centrum van het stadje binnenloopt. Agua is werkelijk een vreselijk stadje: één grote kermisattractie van restaurantjes en winkeltjes, puur opgezet voor de toeristen die naar Machu Picchu willen. Maar goed, daar functioneert het dan ook prima voor dus de volgende ochtend zijn we in alle vroegte om 04.15 in het donker naar boven gelopen naar de ingang van Machu Picchu. Om 05.00 waren we er een stonden er al zo´n 50 mensen te wachten voor de ingang. Iedereen komt zo vroeg zodat je de zonsopgang kunt zien én zodat je Wayna Picchu kunt beklimmen. Deze steile berg ligt strak naast Machu Picchu en biedt een fantastisch uitzicht op de stad. Per dag mogen er maar 200 mensen op deze berg omhoog omdat het anders gewoon te krap wordt bovenin. De berg heeft een heel smalle top waar je hooguit met een man of 20 tegelijk kunt zijn zonder dat je elkaar er per ongeluk af kunt duwen.
Om 06.00 ging de stad ´open´ en konden we de zonsopgang over de stad aanschouwen. En toegegeven: het is echt ontzettend mooi want deze stad is bijna volledig intact gebleven, alleen alle daken zijn verdwenen (zal vast stro zijn geweest ofzo). Na een rondleiding van onze gids zijn we neergeploft tussen de Alpaca´s totdat we om een uur of 10.30 Wayna Picchu mochten beklimmen. Het uitzicht bovenop deze berg en het gevoel van tranquiliteit dat je helemaal bovenin ervaart is zo mogelijk nóg beter dan Machu Picchu zelf. Eigenlijk is het helemaal bovenin ook vrij link maar niemand schijnt zich daar wat van aan te trekken: men hopt en kruipt een beetje over de keien heen en weer (met uiterste voorzichtigheid!!) terwijl er nergens hekken zijn dus als je misstapt of uitglijdt donder je zonder meer een paar honder meter naar beneden... Afijn een heerlijk gevoel dus om daarboven een beetje op zo´n flinke rots in de zon te gaan hangen!:D (zie ook de foto´s, als het lijkt op een overhangende rots dan is het dat ook, er zit verder niks achter of zo).
Om een uurtje of 13.00 was het mooi geweest met Machu Picchu. Op dat moment merk je ook hoe waardevol het was om daar zo vroeg mogelijk zijn omdat de stad wordt overspoeld door toeristen die met busladingen tegelijk naar boven worden gebracht. We zijn teruggelopen (stuiterend over de trappen, ik heb geen kuiten meer over ;) naar Agua Calientes en om 18.10 hebben we de trein en bus genomen terug naar Cusco.
Samengevat: Machu Picchu is een enorme aanrader maar vooral met een flinke trek erbij én het beklimmen van Wayna Picchu! Absolute toptijd gehad!
Chao,
Lex
Reacties
Reacties
nu zijn die wallen waar matthys het over had ook een stuk logischer te verklaren :D
wel echt waanzinnig!
kus
"De salkantay [...] kost bovendien ongeveer de helft ($170 versus $350)"
Als ik je verhaal zo lees, krijg ik bij de organisatie een beetje het gevoel van "kost niets, maar dan heb je ook niets!" Desalniettemin mooie verhalen!
Leuk om te lezen. Ik vroeg me af bij welke organisatie in cusco je deze trekking hebt geboekt. Ik wil namelijk begin juni deze trekking gaan doen.
Alvast bedankt.
gr. alex
Hoi Alex,
ik weet niet meer welke organisatie het was, maar als je in Cusco bent moet je sowieso een paar dagen acclimatiseren en dan kun je de verschillende reisagenten even langsgaan. Er zitten er namelijk echt een heleboel, allemaal rondom het Plaza de Armas (het centrum). Alvast veel plezier!
Gr. Lex
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}