Paaseiland (Rapa Nui)
Dag Allemaal!
Het is inmiddels alweer een week of drie geleden sinds mijn laatste reisverhaal dus het wordt tijd om weer eens verslag te doen van mijn belevenissen van de afgelopen tijd!
Het laatste verhaal eindigde vlak na oud-en nieuw in Mendoza, Argentinie. Op 2 januari heb ik de bus gepakt naar Santiago (Chili) want op 3 januari had ik een vlucht naar Paaseiland.
Paaseiland is bezaaid met de bekende beelden (Moais) die je verspreid over het hele eiland kunt vinden. Sommige zijn nog vrij goed intact en staan op het altaar dat speciaal hiervoor is gebouwd. Al moet ik er dan wel gelijk bijzeggen dat alle moai op een gegeven moment waren omgekieperd en dat ze nu door verschillende internationale expedities op het eiland weer overeind zijn gezet. Vrijwel alle beelden zijn namelijk vermoedelijk door een stammenstrijd op het eiland van hun sokkels getrokken en veel beelden zijn daar ook flink door beschadigd.
De oorsprong en betekenis van de beelden zijn nog steeds een redelijk mysterie want er is geen overlevering van de geschiedenis van het eiland geweest binnen de oorspronkelijke bewoners. Één van de theorieen daarvoor is dat op zeker moment alle bomen van het eiland waren omgekapt, waardoor het moelijk werd om op het eiland te overleven. Tegelijkertijd is een deel van de bewoners in de slavernij terecht gekomen, zodat het eiland na een tijdje onbewoond was. De oorspronkelijke bewoners (afstammelingen van) zijn uiteindelijk wel teruggekeerd naar het eiland maar de kennis over de geschiedenis was daarmee dus wel verloren gegaan. Er zijn natuurlijk allerlei theorieen over de betekenis van de beelden en de algemene consensus is dat ze dienden als vererering van de stamhoofden.
Op het vliegveld aangekomen werd ik behangen met een bloemenkrans en achterin een jeep naar het hostel gebracht. Ik had een bed in een dorm van een eenvoudige maar zeer schone hostel (de eigenaresse was helemaal bezeten van het schoonhouden) aan de kustlijn van het eiland. Een plek met een geweldig uitzicht over de stille oceaan en helemaal bij zonsondergang was het schitterend om daar naar te kijken.
De eerste dag heb ik een mountainbike gehuurd om het eilandje maar eens te gaan verkennen. Het was bloedheet en nogal bergachtig en de afstanden waren eigenlijk net te groot om te gaan wandelen dus een fiets was wel zo handig. Vlakbij de hostel ligt een flinke vulkaankrater waar je omhoog kunt fietsen. Bovenaan de rand ligt ook een aantal oude huisjes en het is een historische heilige plaats. Hiervandaan werden namelijk een keer per jaar de zogeheten ‘birdman' competition gehouden. Vanaf deze plek gingen de deelnemers langs de steile kust omlaag richting de zee. Ze zwommen vervolgens naar een klein eilandje vlakbij de kust om op zoek te gaan naar het eerste ei van een specifieke vogel. De eerste die met een ei terugkwam bij de top van de vullkaan mocht zichzelf een jaar lang ‘birdman' noemen en zijn stam heerste dat jaar over de andere stammen op het eiland. Na een zeer steile klim naar boven (ik moest zowaar een paar keer afstappen!) kon ik in elk geval genieten van het prachtige uitzicht op het kratermeer en op de eilandjes voor de kust.
Op dinsdag ben ik op zoek gegaan naar een lastig te vinden grot die aan het eind op een meter of 20 hoog boven de zee uitkomt. Er zijn geen bordjes dus het is niet heel makkelijk de grot te vinden maar onderweg kwam ik een stel toeristen tegen die de grot net hadden gevonden (na een uur zoeken o p dezelfde plek!). De ingang was letterlijk een gat in de grond en alleen zou ik het echt nooit hebben gevonden! De grot had een ontzettend nauwe ingang waar je kruipend in moest en de eerste paar meters gaven een behoorlijk claustrofobisch effect en een gevoel van ‘goh moet ik dit nu wel doen terwijl niemand weet waar we uithangen...' Maar goed toch doorgegaan en na een paar meter werd het allemaal net wat ruimer en 25 meter verderop was het gat dat uitzicht gaf op de oceaan. Hierna ben ik nog een paar uur doorgefietst naar een altaar met een flink aantal moai verder in het binnenland. Aan het einde van de dag was ik in elk geval behoorlijk gaar, dus de volgende dag heb ik mijn fietst ingeruild voor een quad waarmee je heel wat sneller het eiland rond kon gaan.
Die ochtend ben ik om 05.30 opgestaan om samen met een vriendin die ik daar had leren kennen naar de noordoostpunt van het eiland te gaan. Daar staat namelijk het grootste altaar met wel 15 moai. Omdat het strak aan de kust staat kun je hier heel mooi de zon zien opkomen over de moai. Helaas voor ons was het redelijk bewolkt, maar ik heb toch nog een paar mooie foto's kunnen maken. Vlakbij deze plek is ook de vulkaan met de steengroeve (lava-groeve) waar ze de moai's uithakten. Hier vind je nu nog overal moai's verspreid over de bergwand en ook nog half afgemaakte moais die nog in de bergwand zitten. Het is in elk geval een flinke aanwijzing dat er vrij plotseling iets is gebeurd waardoor allerlei moai half afgemaakt zijn achtergebleven.
De rest van de dag zijn we met de quad alle andere plekjes van het eiland (inclusief waar ik dus al naartoe was gefietst) langsgescheurd. Mijn reisgenootje had deze plekken nog niet gezien en ik vond het rondscheuren met de quad allang hartstikke leuk dus geen probleem om overal nog een keertje heen te gaan (af en toe kwamen we met quad en al volledig los :D ). De laatste paar dagen heb ik gebruikt om lekker te ontspannen en om me voor te bereiden op het volgende deel van mijn reis: Nieuw Zeeland en Australie!
Groetjes,
Lex
Mendoza en Rodeo
Hola, gelukkig nieuwjaar allemaal!
Het is inmiddels alweer 2 weken geleden dat ik terugkwam van mijn trip naar Antarctica en sindsdien ben ik weer flink aan het reizen geslagen. Vanuit Ushuaia heb ik de bus gepakt naar Punta Arenas en na een paar dagen ben ik naar Santiago (Chili) gevlogen. In Santiago ben ik niet gebleven maar heb gelijk de bus gepakt naar Mendoza om een dag later door te gaan naar het kleine plaatsje Rodeo ten noorden van San Juan.
Rodeo ligt op ongeveer 2000 meter hoogte aan de oostkant van het Andesgebergte. Het is echt een gat in the middle of nowhere maar een jaar of 10 geleden is hier een reservoir aangelegd. Nou waait het hier zo n beetje elke dag met minstens windkracht 7 en hiermee werd Rodeo ineens de ideale lokatie voor windsurfers. Ik ben hier dan ook speciaal heengegaan om een paar dagen lekker te windsurfen en om de kerstdagen door te brengen. Toen ik met de bus langs het meer reed viel het voornamelijk op dat er helemaal niemand aan het windsurfen was. Bij de hostel aangekomen werd duidelijk waarom: er was gewoon geen kip te bekennen en zelfs de windsurfinstructeurs waren voor de kerstdagen ergens anders heen gegaan. Er was wel een wat ouder Frans stel en natuurlijk de hosteleigenaars. Ik kreeg al een beetje visioenen van een wat ´Scrooge´achtige kerst want ik had eigenlijk juist hele hordes mensen in de hostel verwacht. Het is overigens sowieso wel bijzonder om kerst te vieren bij een temperatuurtje van meer dan 30 graden en licht buiten tot elf uur ´s avonds. Kerstversiering doen ze hier ook niet aan, dus geen kerstlampjes en kerstbomen in de straten of in de huizen. Op zich ook wel logisch want dat heeft natuurlijk niet zoveel zin als het zolang licht is.
Uiteindelijk bleek het qua kerstvieren honderd procent mee te vallen: de Fransen en ik werden de volgende dag uitgenodigd om ´s avonds (kerstavond) met de mensen van de hostel en een paar van hun vrienden het kerstdiner te houden. In Argentinie vieren ze kerst namelijk al op kerstavond met een flink diner en eerste en tweede kerstdag doen ze eigenlijk niet aan. Ze hadden enorm hun best gedaan op het eten en uiteindelijk heb ik dus een supergezellige traditioneel Argentijnse kerstavond gehad met flink wat Argentijnse wijn. Geen Scrooge-taferelen dus ;)
De volgende dag dus wel enigszins een kater maar er moest natuurlijk wel gesurfd worden. De dag daarvoor was dat namelijk niet mogelijk omdat er een wind stond van meer dan 100 km/u (gemeten door iemand op het strand!). Nou kan ik best een beetje surfen, maar met deze wind bleef ik toch maar lekker veilig op het strand. Er waren wel een paar lui aan het surfen en die konden het dan ook werkelijk fantastisch: metershoge sprongen en voorwaartse salto´s gingen achter elkaar door. Anyway, op eerste kerstdag stond er wat minder wind (windkracht 8 a 9...) dus toen was het mijn beurt. Ik moest natuurlijk wel materiaal huren en de eerste keuze was niet zo heel gunstig: een piepklein plankje dat direct zonk als ik erop ging staan. Eerst maar eens een klein stukje proberen dus en dat bleek verstandig want die50 meter kon ik met mijn halve onderzeeer nog prima terugzwemmen...
Na de lunch mijn plank dus maar eens ingeruild voor een iets breder exemplaar (dat overigens net zo hard bleek te zinken...) en weer aan de slag gegaan. De heenweg ging fantastisch en ik vloog werkelijk over het water! En de terugweg ging... ehm... nou die ging dus niet.. ! Gelukkig was ik wel maar meteen naar de overkant van het meer gevaren dus terugzwemmen was dit keer niet echt een optie. (alternatief: de boel demonteren en om het meer heen terug lopen, dat zou denk ik een uurtje of 2 hebben geduurd, dus kon best). Enfin na poging 36 om te waterstarten (= jezelf vanuit het water door het zeil op de plank laten hijsen) en de 36ste keer dat ik het water in gekatapulteerd was kwam de strandwacht maar eens polshoogte nemen om te kijken of het allemaal nog wel ging. Het ging dus niet en zo werd Lexy hi-speed achterop de jetski teruggevoerd naar het strand. Volgens mij heb ik die strandwacht bijna fijngeknepen aangezien we regelmatig met jetski en al door de lucht vlogen door de hoge golven! Voor die dag was het maar even einde oefening maar de dagen erna heb ik met een nog iets grotere plank uiteindelijk heerlijk kunnen surfen.
Op zondag 27 december was het mooi geweest en ben ik teruggegaan richting Mendoza. Er ging een Argentijns stel naar San Juan en ik kon meerijden dus dat scheelde weer een ritje met de bus. Omdat we pas om 02.00 aankwamen in San Juan mocht ik bij hun thuis blijven slapen (Argentijnen zijn echt super-gastvrij). De volgende dag ben ik weer doorgegaan naar Mendoza en daar ben ik nu nog steeds. De afgelopen dagen heb ik in Mendoza doorgebracht met een wijntour, parapenten en paardrijden.
Gisterenavond was natuurlijk oud-en nieuw dus tijd voor een mooi feestje. Wel bijzonder trouwens want Argentijnen leven sowieso voornamelijk ´s avonds en ´s nachts en dat bleek gisteren maar weer eens: wij kwamen om 02.30 aan op het feest en toen was er nog bijna helemaal niemand! Pas om een uur of 04.00 liep het vol dus uiteindelijk was ik vroeg in de ochtend weer terug in de hostel. Morgen pak ik de bus naar Santiago en dan vlieg ik op zondag naar Paaseiland.
Ciao,
Lex
Antarctica
Antarctica
Zo, dat waren 11 fantastische dagen aan boord van de Antarctic Dream! Drie dagen heen, drie dagen terug en dus vijf dagen tijd gehad om de South Shetlands, het Arctic peninsula en het Arctic continent te verkennen. Antarctica is, in één woord: indrukwekkend en ontzagwekkend (okay, toch twee woorden). De enormheid van alles om je heen geeft je een heel nietig gevoel en alles om je heen is even mooi. Ik heb redelijk bijgehouden wat we hebben gedaan, dus hieronder een verslag van deze 11 dagen.
Maandag 7 december
Vertrek naar Antarctica! Om 16.00 mogen we aan boord gaan van de Antarctic Dream en Anouk komt me nog even uitzwaaien (en ze zeult ook even de helft van de troep die ik allemaal meesleep ;). Morgen vertrekt Anouk weer richting Buenos Aires, om via Lima terug te gaan naar Amsterdam. Na terugkeer van Antarctica ga ik dus weer alleen verder reizen, dat wordt vast weer even wennen!
Aan boord van de Antarctic Dream is plaats voor ongeveer 80 passagiers en de reis is uitverkocht. Dit is een relatief klein schip en dat heeft als voordeel dat je vaker en langer aan land kunt gaan. Er mogen namelijk tegelijkertijd maar 100 mensen aan land gaan dus als je op een grotere boot zit krijg je maar de helft van de tijd. Op de boot zitten allerlei nationaliteiten; er is een grote groep Chinesen (die de suites bezetten en de rest van de reis luid en duidelijk aanwezig zijn), 5 Nederlanders, Engelsen, Argentijnen, Australiers, Israeliers en nog een paar Amerikanen. Zo´n 7 mensen aan boord hebben net als ik een last minute geboekt en de rest heeft volle mep betaald. (en de backpackers haal je er natuurlijk zo uit, dus die zaten al gauw aan dezelfde tafel ;)
De boot vertrekt uiteindelijk in redelijk ruw water om 20.00 richting onze bestemming. We gaan eerst een uur of zes door het Beagle kanaal voordat we terecht komen op de Drake-passage. Dit stuk staat erom bekend dat er nogal hoge golven zijn en dat een groot deel van de passagiers dus zeeziek zal worden (en daar blijkt geen woord van gelogen! ;) Het diner van de eerste avond is in elk geval al veelbeloven: een salade vooraf, gevolgd door gegrilde tonijn met een fraaie dressing als hoofdgerecht en versbereide cakejes en ijs als dessert.
Na het diner wordt omgeroepen dat iedereen reistabletjes kan ophalen bij de scheepsarts en de meeste mensen geven aan deze oproep graag gehoor. Bij de Drake passage komen de atlantische oceaan en de stille oceaan bij elkaar en dit zorgt voor de ruige zee. Mijn hut is best ruim en we hebben een prima eigen douche en toilet. Ik heb een kamergenoot uit Ontario; een gepensioneerde zeiler die net in 10 weken van Madrid naar Ushuaia is gezeild. We hebben zo´n beetje dezelfde humor dus dat komt wel goed! Ik neem ook maar alvast een reistabletje en duik om 23.30 m´n bed in.
Dinsdag 8 december
Kortgezegd: vandaag geen mallemoer uitgevoerd en welgeteld overdag 2 keer 5 minuten het daglicht gezien in de eetzaal. Om een uur of 3 vannacht kwamen we in de Drake-passage en sindsdien rolt het schip heen-en weer. De golven zijn enorm en het lopen naar de eetzaal heeft meer weg van waggelen. Echt misselijk ben ik gelukkig niet, maar mijn maag wordt hier niet bepaald vrolijk van en mijn bed blijkt de beste plek te zijn om ook niet echt misselijk te worden. ´s avonds ga ik wel naar het diner en dan blijkt dat inderdaad zo ongeveer iedereen ziek, zwak en misselijk in zijn hut ligt: van de 80 verschijnen er maar 15 mensen aan het diner. Zelf taai ik na een half uurtje ook maar weer af.....
Woensdag 9 december
De derde en laatste reisdag voordat we aan land kunnen gaan. De zee is gelukkig wat rustiger geworden en er verschijnen een stuk meer mensen aan het ontbijt. Daarna is er een lezing over de verschillende soorten pinguins die we kunnen gaan zien. Na de lezing ga ik even sporten in het kleine zaaltje onderin het schip. Omdat het schip weer begint te rollen (we komen bij de overgang naar het koude arctische water) moet ik opschieten en een half uurtje later lig ik met een reistabletje weer in bed. Rond een uur of 15.00 komen we in de buurt van de South-Shetland eilanden en daar is de zee weer wat rustiger.
Na het avondeten is er een briefing over het aan land gaan in Antarctica. De regels zijn (heel goed!) behoorlijk strikt: Antarctica en de dieren mogen zo min mogelijk worden beinvloed door ons bezoek: geen eten meenemen aan land, penguins voorrang geven als ze er langs willen, laarzen desinfectern bij het van-en aan boor gaan, niet teveel sporen maken in de sneeuw etc. Na het eten gauw naar bed, want morgen is de eerste landing!
Donderdag 10 december
Onze eerste landing is op het eiland Hidrurga. Dit eilandje hoort bij de South Shetland eilanden. Verpakt in twee thermo shirts, twee jassen, twee broeken, een sjaal, muts en handschoenen ga ik in de zodia (= het kleine rubberen motorbootje waarmee we steeds aan land worden gebracht) Met ook nog een zwemvest aan zie ik er trouwens uit als een tele-tubby, maar de chinesen spannen de kroon: met hun ultra-splinternieuwe gore-tex outfits, inclusief fluorescerende skibrillen zien ze eruit alsof ze naar de maan gaan.
De stuurman heeft er zin in en jast ons in no-time naar de wal. 20 minuten later blijken mijn van de touroperator geleende waterdichte jas en broek dus-niet waterdicht te zijn en ik ben drijfnat. Beetje jammer op de eerste landing maar het moet maar even. Bovendien is drie lagen ook wel genoeg dus mijn natte jas kan mooi uit. Een amerikaanse uit dezelfde boot is ook kletsnat geworden en zit enigzins blauw aangelopen klappertandend op een rots. Daar moet de scheepsarts dus bijkomen en zij gaat maar weer terug naar het schip om even te gaan opwarmen (ook de stuurman heeft hier wat van geleerd want bij de volgende landings gaat het allemaal wat rustiger en niemand wordt meer nat).
Op het eilandje zien we twee soorten pinguins: de Chinstrap en de Gentoo. De eerste heeft een lijntje onder zijn kin en de tweede heeft een rode snavel. Na een uurtje hobbelen we weer terug naar de zodiacs voor de lunch. Het ´landschap´om ons heen is intussen verandert in een zee van prachtig ijsbergen. De één nog mooier dan de ander en af en toe komen er ijsbergen langs die nog groter zijn dan ons schip. Op het land om ons heen zien we verder stapels en stapels sneeuw van wel 30 meter hoog.
´s Middags gaan we aan land voor een korte wandeling bij Portal point. De engelsen hebben hier een expeditiehut gehad die ze eind vorige eeuw hebben verplaatst naar een museum op de Falkland eilanden (door de Argentijnen worden die overigens Islas Malvinas genoemd). Ik heb een andere jas gekregen en mijn broek is weer droog dus ik kan er weer prima tegen. Bij Portal Point zien we weer Chinstraps, Gendoos en dit keer ook Weddell-zeehonden. Na een uurtje of twee gaan we weer terug naar het schip waar we gelijk kunnen aanschuiven voor het diner. We hebben ook al een paar keer vanuit de boot walvissen gespot, maar het is nog niet gelukt om ze op foto vast te leggen.
Vrijdag 11 december
Vandaag weer twee keer aan wal: eerst bij Isla Cuverville, waar we een leuke wandeling van 2,5 uur bergop maken. Voor een deel van de groep is de berghelling te stijl, ongeveer de heflt moet halverwege al afhaken. Boven gekomen genieten wij in elk geval van een prachtig uitzicht en daarna glijden we met een noodgang de helling weer af naar beneden (er ligt toch meters sneeuw! J Nu we dichter bij het continent zijn ge komen zijn de sneeuwlagen die we soms zien nog een stuk hoger geworden, zo´n 40 meter dik!
´s Middags gaan we aan land bij een flinke gletsjer bij Neko harbour op Graham land. Daar zien we weer een hele partij Gendoos en links en rechts liggen een paar enorme Weddell-zeehonden te luieren in de sneeuw. Na de wandeling krijgen we in de sneeuw champagne geserveerd omdat dit onze eerste landing op het vasteland van Antarctica is!
´s avonds gaat iedereen meteen na het eten naar bed, de meesten zijn toch behoorlijk gaar van het door de sneeuw naar boven ploegen de helling op!
Zaterdag 12 december
Vandaag varen we naar het meest zuidelijke deel van onze reis. Helaas blijkt dit wat eerder te komen dan verwacht want door flinke hoeveelheden drijfijs en harde wind kunnen we niet aan land bij de gepland landingsplaats. Ook de alternatieve plek gaat niet door vanwege de harde wind. ´s Ochtends dus geen landing maar op zich vindt niemand dat erg want dan kunnen we even bijkomen en genieten van al het moois dat we al hebben gezien.
Later die dag gaan we aan land bij Port Lockroy op Wienckle island. Dit is een voormalige basis van de britten die in de tweede wereldoorlog werd gebruikt om de onderzeeboot-activiteit van de Duitsers in de gaten te houden. In 1996 heeft men deze basis weer in de oude staat hersteld (= pinguins eruit gekieperd en de boel weer opnieuw ingericht ;) en tegenwoordig is het in de zomermaanden weer een bemand station dat dient voor onderzoek en als Antarctisch postkantoor! Er zijn ook net twee kuikens uit het ei gekropen en ik heb de mazzel dat moeder (of vader) pinguin even opstaat zodat ik ze kan zien.
Deze plek werd vroeger ook gebruikt als ankerplaats door walvisvaarders en verderop vinden we de overblijfselen van een (behoorlijk kleine!) walvisboot en de skeletten van een paar walvissen (goed bewaard gebleven door de koude).
Zondag 13 december
Vandaag maken we in de ochtend een rondje langs de kust met de Zodiacs. Het is wel redelijk golverig en mijn stuurman is de ornitholoog die ook een keertje aan het roer mag staan. Helaas heeft hij nog weinig gevoel voor snelheid en wij klappen dan ook een paar keer flink hard op het water (ik zit helemaal voorin met mijn kamergenoot dus we krijgen de volle laag). Uiteindelijk komen we met flinke koppijn terug aan boord van het schip. Gelukkig is dit weer snel vergeten als we vlakbij de boot hunchback walvissen spotten. De kapitein doet goed mee en stuurt zijn schip er achteraan zodat we in de buurt blijven als ze verder zwemmen. Één van de walvissen duikt zelfs pal naast de boot op en ademt daar uit met een indrukwekkend en luid pfffffscht, gevolgd door een spray van water. Dichterbij dan dit kunnen we ze echt niet krijgen!
Na de lunch gaan we nog aan land bij Mikkelssen harbour waar we wat Gendoos tegenkomen en nog een paar leuke andere Antarctische vogels. ´s Avonds hebben we als verrassing een barbecue aan het dek, terwijl het sneeuwt! Gelukkig kun je wel binnen eten ;)
Maandag 14 december
De laatste dag dat we aan land zullen gaan! Het plan is om eerst aan land te gaan bij Pendulum cove op Deception Island. Dit is een ingestorte vulkaankrater die is volgelopen met water waardoor je er met een schip in kunt varen (het eiland ziet eruit als een ring met een gat erin). Hier zijn ook vulkanische bronnen zodat we even kunnen dobberen. Helaas staat er een veel te sterke wind en kunnen we deze landing dus niet maken. Ach, daar moet ik nog maar een keertje voor terugkomen dan! ;)
´s Middags maken we weer een rondje in de zodiacs waarbij we zowaar luipaard-zeehonden en crabeater-zeehonden op het ijs spotten. Een paar minuten later komen er ook nog een paar luipaard-zeehonden vlak langs de zodia gezwommen!
Dit was het laatste stukje in arctische wateren. Een paar uur later varen we door de Drake passage en het schip rolt weer alle kanten op. Ik sla het halve avondeten maar over (toch vis, blegh!) en duik mijn bed in.
Dinsdag 15 december
De terugreis lijkt verdacht veel op de heenreis: af en toe een paar broodjes uit de eetzaal graaien en dan gauw weer naar bed. Ik heb dit keer ook zo´n reispil van de scheepsarts genomen maar die krengen zijn zo sterk dat je er zo van wordt als een konijn. Winterslaap tijd dus!
Woensdag 16 december
De laatste dag is alweer aangebroken! Ontbijt haal ik nog net op tijd en in de loop van de dag komen we in rustiger vaarwater waardoor iedereen weer een beetje opleeft. Om 14.30 zien we land want we komen in de buurt van het Beagle kanaal. Als afscheidsiner krijgen we nog een enorm buffet geserveerd en om 22.00 leggen we aan in de haven van Ushuaia. Iedereen blijft echter nog aan boord tot de volgende ochtend.
Vanochtend heb ik dus van iedereen afscheid genomen en nu zit ik weer in Ushuaia.
Tot zover dus Antarctica, een adembenemd en betoverend continent! Dus voor wie het nog niet op zijn lijstje had en tegen een beetje koude kan: deze plek moet er zeker op komen te staan!
Ik pak morgen de bus naar Punta Arenas en daarna vlieg ik op 21 december door naar Santiago, waarna ik terugga naar de wijnstreek van Argentinie voor de kerstdagen ;)
Aan wie ik voor die tijd niet meer spreek, alvast heel fijne kerstdagen!
Lex
Patagonië
Hola!
Na heerlijk een weekje in Buenos Aires te hebben genoten van terrrasjes, lekker eten en flink shoppen was het tijd om weer verder te trekken. Op maandag 23 november zijn we daarom naar El Calafate in het zuiden van Argentinie gevlogen. Dit plaatsje was het startpunt van het avontuur door de regio Patagonie. Patagonie is een gebied met veel erg mooie natuurparken waar je van alles aan kunt treffen: (grillige gebergtes, gletsjers en gletsjermeren, fraaie bossen etc). Dit gebied is dan ook erg geschikt om in te hiken. Omdat Anouk op 8 december weer terugvliegt naar Nederland hadden we 2 weken ingeruimd voor dit gebied en dat betekende wel dat we weer stevig moesten aanpoten om alles te kunnen zien. Na het gelummel in Buenos Aires was het weer tijd om stevig te gaan reizen!
El calafate staat voornamelijk bekend om de enorm gletsjer die erbij in de buurt ligt: Perito Moreno. Deze gletsjer is stabiel en heeft dus al jaren hetzelfde eindpunt in het gletsjermeer. Daardoor heeft men er een prima loopbrug voor kunnen bouwen die goed uitzicht geeft op de gletsjer. Daarnaast verschuift het ding zo´n 2 meter per dag, wat betekent dat je het ijs kunt horen kraken en er vallen geregeld flinke stukken ijs in het meer, wat ook heel gaaf is om te zien. Om er nog wat dichterbij te kunnen komen hebben we ook nog even een boottochtje op het meer gemaakt, waarbij we redelijk dicht langs de rand van de gletsjer konden varen.
Het is hier trouwens lente en dat betekent dat het richting hoogseizoen aan het gaan is. Dat, en het feit dat deze regio flink duurder is dan de rest van Zuid-Amerika zorgen ervoor dat hier veel georganiseerde groepsreizen naartoe gaan. In plaats van overal backpackers zie je nu dus overal juist wat oudere toeristen door de straten hobbelen (in het Nederlands lekker zeggen wat je wilt is er dan ook even niet meer bij ;).
Naast Perito Moreno heeft El Calafate in de lente niet zoveel te bieden dus we zijn op woensdag (25 nov) doorgereisd naar El Chalten, dat 3 uurtjes met de bus ten noorden van El Calafate te vinden is. El Chalten is omringd door mooie gebergtes een gletsjers en dat maakt het een goede uitvalsbasis om te gaan gletsjerwandelen of ijsklimmen. Op de eerste dag hebben we een korte hike naar een uitkijkpuntje gemaakt en voor de volgende dag hebben we een excursie geboekt naar de gletsjer om te gaan ijsklimmen! We vertrokken op donderdag om 07.00 ´s ochtends in de richting van de gletsjer. Het zou een lange dag worden want het was eerst 4,5 uur naar de gletsjer, dan 3 uur op de gletsjer en dan, je raadt het al, weer 4,5 uur terug naar El Chalten. Eenmaal bij de gletsjer aangekomen stond er een ontzettend sterke wind die het onmogelijk (en ondraaglijk) maakte om de gletsjer op te gaan, laat staan om te gaan klimmen. Helaas deze keer dus nog geen ijs-avontuur voor ons, maar de wandeling was op zich wel aardig. Bij terugkomst in het hostel nog even de bus bevestigd voor de volgende ochtend, zodat we weer terug konden gaan naar El Calafate.
Vanuit El Calafate wilden we naar Torres del Paine, dit is zo´n beetje het allerbekendste hikinggebied van Patagonie dus daar moesten we zeker even heen. De naam verwijst naar een opvallende berg met een piek van twee steile torens. Klein nadeel is de bereikbaarheid van het park, je moet namelijk eerst naar Puerto Natales, en dan met de bus richting het park voordat je kunt beginnen met de wandeltocht. Al met al ben je daardoor vanuit El Calafate weer heel wat tijd kwijt voordat je zover bent.
Maar goed, vanuit Puerto Natales gingen we op zaterdag 28 november heel vroeg bepakt en bezakt met eten (kost een vermogen in het park) naar het park. Diezelfde dag hebben we de hike naar de twee torens gemaakt (8 uurtjes knorren) waarna we ´s avonds in een tentje zouden gaan slapen. Men heeft daar ook een luxe hotel en een hostel, maar omdat Chili het allerduurste land tot nu toe is hadden we voor een goedkoper tentje gekozen. Op de Inca trail hadden we ten slotte ook in tentjes geslapen, dus dat moest lukken, toch.... ?
Afijn, ook in Chili heeft men geen slaapzakken van behoorlijke lengte, dus een koude, brakke nacht later konden we weer aan de gang met de tweede hike. Dit was ook gelijk de laatste hike in Torres trouwens, want twee dagen hobbelen in de bergen met motsneeuw de hele dag vonden we voorlopig wel weer even prima zo.
Het gebied is overigens echt ontzettend mooi en mag dan ook zeker niet ontbreken aan een bezoek aan het zuiden van Chili! Na een hike van negen uur kwamen we aan bij het eindpunt, waar we via de boot en de bus weer teruggingen naar Puerto Natales voor de overnachting. Slaperig en doodmoe uit de bus gekomen kreeg ik een halve hartverzakking toen ik plotseling door iemand al schreeuwend werd besprongen; het bleek Martin te zijn, onze Zwitserse reisgenoot van Peru en Bolivia die via een andere reisroute net die dag ook in Puerto Natales was aangekomen en langs de bus liep op weg om ergens te gaan eten! Uiteraard zijn we even meegegaan zodat we gezellig konden bijkletsen. Daarna was het weer tijd om afscheid te nemen aangezien wij de volgende dag door zouden gaan naar Punto Arenas om pinguins en zeeleeuwen te gaan bekijken! (maar Martin kom ik nog wel een paar keer tegen want hij doet ongeveer hetzelfde rondje wereld als ik!)
Op dinsdag 1 december gingen we met de bus naar Punto Arenas. Belangrijkste activiteit in dit plaatsje: boottochtje regelen om een pinguinkolonie van zo´n 70.000 pinguins en een groep zeeleeuwen te gaan bekijken! Bij de touroperator zag ik ineens een aanplakbiljet met ´Last minute Antarctica, 18 dagen´ hangen. Dat was natuurlijk erg interessant, helemaal omdat het voor een bodemprijs werd aangeboden. Vertrek was alleen al de volgende dag vanuit Ushuaia, en dat was 11 uur met de bus verder! Na wat uitzoekwerk bleek het niet mogelijk om de volgende dag tijdig in Ushuaia te zijn, dus deze kans ging helaas aan mijn neus voorbij (voor mijn geruststelling bleek overigens terplekke dat de tour al was uitverkocht, en later bleek ook nog eens dat men om te beginnen maar twee plaatsen overhad dus de tour was zelfs al heel lang uitverkocht aangezien het aanplakbiljet gedateerd was op 24 november! Dooie mus dus... )
De volgende dag zijn we naar de pinguins en zeeleeuwen gegaan, echt heel leuk om te zien! De pinguins zijn momenteel allemaal aan het broeden en helaas waren er nog geen kuikentjes uit het ei gekropen, maar ik heb wel een hoop leuke foto´s kunnen maken want hoewel de toeristen op een pad moeten blijven, waggelen de pinguins daar zelf ook de hele tijd overheen.
Omdat het Antarctica-gevoel toch wel een beetje was gaan kriebelen had ik intussen naar last-minutes geinformeerd bij een touroperator in Ushuaia en ja hoor, er bleek met flinke korting nog plaats te zijn op een elf-daagse cruise aan boord van de Antarctic Dream, met vertrek op 7 december! Omdat dit toch wel een klein vermogen kost heb ik er een klein uurtje over nagedacht en vervolgens gewoon geboekt! Zo´n kans krijg je tenslotte niet elke dag in je schoot geworpen! Kortom, ik ga morgen naar Antarctica!!!
Omdat het daar wel eens koud kon zijn (duh!) ben ik in Punta Arenas meteen maar even wezen shoppen naar thermo shirts, muts, sjaal, handschoenen e.d. zodat ik straks niet helemaal klappertandend over de ijsvlaktes hoef te lopen (want we gaan ook aan land voor korte wandeltochten!). Inmiddels zit ik in Ushuaia, het meest zuidelijke stadje van Argentinie (en ter wereld, research-basis op Antarctica even niet meerekenend). De temperatuur valt hier zat mee, het is natuurlijk lente en de bergen liggen vol met sneeuw maar het is niet echt koud (vriest niet).
Intussen is het ook tijd geworden om afscheid te gaan nemen van mijn reismaatje Anouk; haar drie maanden zitten erop dus het is tijd om weer terug naar Nederland te gaan. Het wordt wel weer even wennen om na 3 maanden samen reizen ineens weer alleen te zijn, maar met een start richting de zuidpool komt dat vast helemaal goed. ;)
Voor nu tot zover, binnenkort een uitgebreid verslag van mijn bezoek aan het bevroren continent!
Hasta luego,
Lex
Iguazu Falls en Buenos Aires
De vorige keer eindigde mijn verhaal in Sucre, met het uitzicht op een 30 urende busreis naar de watervallen van Iguazu Falls in Argentinie. Die volgende ochtend zijn we maar eens naar het busstation gegaan om de busreis te gaan boeken en op dat moment bleek dat er helemaal geen directe bussen vanuit Sucre naar Iguazu gaan. Wat wel kan: vanuit Sucre eerst naar Santa Cruz richting het noorden (15 uur bus soort van terug in plaats van de gewenste richting) en daarna vanuit Santa Cruz de bus naar Asuncion (in Paraguay, een uurtje of 40 a 50 in de bus) en van daaruit nog een keer 6 uur hobbelen naar Iguazu Falls. Nou heb ik op zich niet zoveel tegen een (lange) busreis want de bussen zijn hier best comfortabel, maar hier gingen we toch echt nevernooitniet aan beginnen. Dus, backpackers-mentaliteit overboord gezet en een vluchtje geboekt naar Asuncion geboekt (direct naar Iguazu kon niet). Op woensdag zijn we om 10.00 vertrokken uit Sucre en de volgende dag waren we mooi om 07.00 op plaats van bestemming. Heerlijk hoor, eventjes lekker luxe reizen tussendoor! :)
De Iguaza falls liggen precies tussen Brazilie en Argentinie in en worden algemeen beschouwd als de grootste en vooral de mooiste watervallen ter wereld. Het gaat ook niet alleen om de watervallen, maar door het klimaat ligt er ook prachtige jungle omheen en dat zorgt voor een prachtige ambiance. Op vrijdag zijn we naar de Braziliaanse kant geweest en op zaterdag naar de Argentijnse kant. Omdat we wel al voor zaterdag de bus naar Buenos Aires hadden geboekt (die vertrok om 13.30) hadden we niet zoveel tijd voor de Argentijnse kant. We hadden ook niet verwacht dat de Argentijnse kant, na de Braziliaanse kant die al prachtig was, nog zoveel toe zou voegen, maar dat bleek een kleine miscalculatie want ook de Argentijnse kant was echt schitterend. Uiteindelijk zijn we hard-hollend door het park heen teruggegaan om de bus naar het hostel te halen. Stel je mij voor in een korte broek, in bloedheet tropisch vochtig weer met zware wandelschoenen aan en een heen-en-weer zwabberende rugzak op m'n rug dan heb je ongeveer het goede beeld van deze exercitie te pakken.... Een vliegende taxirit later (bus was natuurlijk net weg) waren we weer in het hostel om de bagage op te halen. Helaas hadden we daardoor geen tijd meer om nog even te douchen dus zaten we (voor de zoveelste keer) heerlijk bezweet en stinkend in de bus naar Buenos Aires (Het is daar dus tropisch warm en we hadden een half uur hardgelopen in het park...). Dit was overigens de beste busrit tot dusverre, vanwege de stoelen die helemaal plat konden en omdat de Argentijnse wegen veel beter zijn dan in Peru en Bolivia. 20 uurtjes later waren we eindelijk in Buenos Aires!
Buenos Aires bevalt tot nu toe prima: het is een enorme stad maar het is wel leuk aangekleed en her en der vind je vooral heel veel groen. Daarnaast is het heel breed opgezet: dwars door de stad loopt bijvoorbeeld een 24(!!) baans weg (okay, wel in beide richtingen hoor ;) en de meeste andere wegen zijn minstens 4 baans. Lekker groot opgezet dus! Één van de beste zaken is natuurlijk het eten: steak, steak, steak en nog eens steak!! Ze zijn hier briljant in het grillen van de biefstuk dus elke avond staat er een fraaie variant op het menu (gisteren had ik eentje van meer dan een halve kilo, yummy!)
Eergisteren kregen we de gegenheid om een sport te gaan doen die je in Nederland niet zo snel zult beoefenen: Polo-te-paard, oftewel een hockeybal een flink veld over rossen terwijl je op een knol in volle galop aan komt stormen! Klinkt briljant en is ook briljant! We gingen naar een polo-ranch een uurtje rijden buiten Buenos Aires en nadat we we eerst anderhalf uur mochten oefenen en de regels uitgelegd kregen was het tijd voor een kort partijtje. Na afloop waren we allemaal bek-af want bij Polo ga je eigenlijk vrijwel de hele tijd in galop en dat is voor ruiter en paard (maar in dit geval vooral voor de paarden) ontzettend zwaar. Bij een serieuze wedstrijd speelt men daarom steeds een aantal minuten en daarna worden de paarden gewisseld. Per speler heeft men daarom zo'n 6 paarden nodig voor 1 wedstrijd! Anyway, een ontzettend leuke maar wel zware sportervaring rijker heb ik nu dus flink last van spierpijn ;)
Om ook weer eens te ervaren hoe luxe ook alweer voelde heb ik vannacht geslapen in een vijfsterrenhotel (een beetje luxe is af-en-toe nodig he ;) En ik moet zeggen, heeeerlijk!: een schone douche met bad, een lekker zacht bed en een geweldig ontbijt. Nu dus maar weer terug naar backpackers-land in een brakke hostel met bedden van beton enzo.... ;)
Voorlopig blijven we nog een paar dagen in Buenos Aires en maandag vliegen we naar El Calafate in het verre zuiden van Argentinie!
Hasta Luego,
Lex
Het zuidwest circuit van Bolivia: Uyuni en Potosi
Dag allemaal!
Allereerst: mijn foto´s zijn vanaf nu te vinden op www.flickr.com/photos/lexfranken. Dit omdat ik op mijn reismee site maar 200 foto´s mag plaatsen en daar zit ik bijna aan.
De afgelopen week ben ik weer flink aan het reizen geslagen. Na terugkomst uit de jungle op donderdag 29 oktober hebben we even een paar dagen gelummeld in een prima hostel in La Paz. Was voor mij ook wel nodig want ik was inmiddels al een paar dagen flink aan de diarree. Dat schijnt erbij te horen als je op reis bent, maar prettig is echt wel anders, helemaal als je op safari bent in de bush!
Op zaterdagavond zouden we de bus nemen naar Potosi, een mijnwerkersstadjes waar je als tourist ook een zilvermijn kunt bezoeken waarin nog steeds dagelijks door zo´n 150 man wordt gewerkt. Inmiddels was ik weer een beetje hersteld (Anouk nog niet helemaal) dus helemaal klaar voor de busreis. Wachtend in de hostel zagen we echter tientallen mensen zich voorbereiden voor het Halloweenfeest van die avond. Het gaf toch een beetje een apart gevoel om de hele nacht in de bus te gaan zitten terwijl er terplekke een leuk feest op gang begon te komen. Vlak voor vertrek bleken we alsnog twee bedden te kunnen krijgen (hostel zat stampvol) en besloten we om toch nog een nachtje te blijven. Voor anderhalve euro konden we de bus omboeken naar de volgende avond (half uurtje voor tijd, heerlijk die Boliviaanse flexibiliteit) dus toen was het op naar het feestje.
Nou was het natuurlijk Halloween die avond, en aangezien we zouden vertrekken had ik geen kostuum geregeld. ´Gelukkig´ hadden de 5 dames op mijn kamer daar een prima oplossing voor.... Vijf minuten later stond ik, ietwat ongemakkelijk en gehesen in een zwarte jurk, met rouge op mijn wangen en mascara op mijn wimpers temidden van een berg dwergen, monsters, vampiers en ander gespuis op het feestje. Een paar biertjes en shooters laters zat die jurk zo oncomfortabel niet meer en ik moet zeggen dat het zeker niet ten koste ging van de hoeveelheid aandacht die ik die avond heb gekregen.. ;) Overigens zullen jullie begrijpen dat specifieke foto´s van deze avond helaas niet getoond kunnen worden, maar voor een indruk verwijs ik jullie graag naar de wat meer verhullende foto´s... ;)
Zondag was ik ongelofelijk brak en opnieuw flink aan de diarree. Mooi man, zo´n feestje! Maar weer aan de Norrit dus en ´s avonds hebben we de bus gepakt naar Potosi, waar we om 06.00 ´s ochtends zijn aangekomen. Op maandag hebben we voor de volgende dag een tour naar de mijn geboekt en een tour naar het zuidwesten van Bolivia.
De mijn van Potosi is nog volop in gebruik. Dagelijks gaan de mannen en jongens (van soms zelfs pas 12 jaar!!) hier de gangen in om onder erbarmelijke omstandigheden het zilver te gaan uitgraven. Gemiddeld werkt men 15 tot 20 jaar in de mijn. Na ongeveer 12 jaar is bij de meesten de longcapaciteit tot 20% gedaald door het continu inademen van schadelijke gassen (met name door slicium-stof) en mogen ze met pensioen. Als toerist mag je ook deze mijn in, maar het wordt van tevoren goed duidelijk gemaakt dat je hier geen museum aan het bezoeken bent en dat het niet zonder gevaar is. Over het algemeen zijn dit soort waarschuwingen een tikkeltje overdreven maar in dit geval was het meer dan waar: In de mijn barstte het van de plekken waar je met gemak je nek kon breken. Heel erg voorzichtig zijn we door allerlei gangetjes geklauterd en gekropen tijdens een 3 uur durende tocht. Daarbij werd je af-en toe ondersteund door de gids om te voorkomen dat je in een gat van 20 meter diep zou donderen.
We hadden ook nog wat spulletjes voor de mijwerkers meegenomen want dat stellen ze heel erg op prijs. Op de lokale markt kun je coca blaadjes kopen (heel waardevol want hier kauwt men per dag een zak van weg, het werkt ongeveer als cafeine) maar ook zaken als dynamiet (!!) en alcohol. Die alcohol is wel wat om bij stil te staan: het gaat om 95% pure drinkbare alcohol die dan ook puur door de mijnwerkers wordt gedronken. Dit spul drinkt men elke vrijdagavond om het weekend te vieren. Dit doen ze in de mijn en volgens onze gids vallen er per jaar zo´n 15 mijnwerkers straalbezopen in de mijn hun noodlot tegemoet. De rest drinkt door totdat ze het bewustzijn verliezen... en dinsdag gaan ze weer aan het werk. Flink onder de indruk van de slechte omstandigheden en ouderwetse manier van werken stonden we een tijdje later (toch wel een beetje blij) weer buiten.
Diezelfde avond zijn we in de bus gestapt naar Uyuni, waar we na een hobbelige rit om 02.15 ´s nachts zijn aangekomen. Uyuni staat bekend als het startpunt voor een fraaie reis langs de zuidwestkant van Bolivia. Deze rit in een Jeep voert langs een enorme zoutvlakte en gaat vervolgens door langs enkele fraaigekleurde meren vol met flamengo´sv (bv het rode Laguna colarada en het groene Laguna verde). Je zit per dag vele uren in de jeep maar de landschappen zijn onbeschrijflijk mooi. Ik kan hiervoor eigenlijk het beste naar de foto´s verwijzen want dit laat zich moeilijk in woorden vangen. Helaas was ik op dag drie wel weer flink het zakkie want dankzij een voedselvergiftiging was ik weer helemaal terug bij af (straalmisselijk en zwaar aan de diarree zat ik zo ongeveer kotsend in de hobbelende jeep tijdens een 14 uur durende reis terug naar Uyuni. (*#@!%&%$*!!). Maar goed, de foto´s zijn in elk geval prachtig geworden.;) (inmiddels voel ik me gelukkig weer een stuk beter!)
Doordat ik volledig gaar was zijn we vrijdagavond toch maar in Uyuni gebleven en uiteindelijk zijn we zaterdagavond met de bus naar Sucre gegaan. Sucre is een prachtige koloniale stad aan de oostkant van Bolivia. Vandaag ben ik zowaar eens naar een museum geweest (jaja!) en verder is het een relaxte stad om weer even te lummelen. Dat mag ook wel want dinsdag vertrekken we naar Iguazu Falls, in het uiterste noordoostpuntje van Argentinie. Deze reis voert door Paraguay dus dat wordt weer zo´n 36 uurtjes in de bus. Ik heb er al zin in....
Tot volgende keer!
Lex
Arequipa, Isla del Sol, de jungle & de pampa´s en La Paz
Hola!
Ik loop alweer een beetje achter dus hier komt een verhaal over de afgelopen 3 weken!
Na Cusco ben ik via Arequipa, Puno en Copacabana doorgereisd naar La Paz. Vanuit la Paz zijn we naar Rurrenabaque gevlogen voor een trip naar de jungle. Inmiddels zijn we weer terug in la Paz waar we nog een nachtje zullen blijven voordat we doorreizen naar de zilvermijnen van Potosi.
Arequipa
Op zaterdagavond 10 oktober zijn we vertrokken voor een 11-uur durende busreis naar Puno. Stel je een bus voor met een stoel die vrijwel helemaal vlak kan en voldoende beenruimte biedt om prima te kunnen slapen. Op zich prima toeven dus, behalve het feit dat de airco dusdanig hoog stond dat we het ijs van de binnenkant van het raam konden schrapen (letterlijk!!). Nou ja, in het kader van ´beter te koud dan te warm´ toch een prima tocht gehad en de volgende ochtend waren we om 06.00 in Arequipa.
Arequipa is best een leuk stadje met een fraai Plaza de Armas en een mooi historisch centrum. Het staat vooral bekend om een enorm klooster en om de nabijgelegen (schijnbaar) diepste canyon ter wereld. Het klooster hebben we maar even overgeslagen omdat we zondagmiddag naar het lokale stierenvechten konden gaan. Hierbij wordt de stier verder niet gestoken o.i.d dus dat maakt het vermaak nog wat prettiger. Op de tribune aangekomen was het de vraag of het stierenvechten nou de attractie was of dat wij dat zélf waren: de stadionspeaker heette iedereen van harte welkom en vooral ook een hartelijk welkom aan de drie toeristen dáár links op de tribune! We kregen nog net geen applaus, maar we hebben natuurlijk wel even het ´publiek´ toegezwaaid... :)
Op maandagmorgen moesten we om 03.00 (bweuh!) klaarstaan om met de bus richting de canyon te vertrekken. Na een rondje van een uur langs allerlei andere hostel vertrokken we eindelijk, om vijf uur later nét een half uurtje te laat aan te komen bij het condor-uitkijkpunt over de canyon. We hadden de condor-hausse dan wel net gemist maar na toch een paar sightings konden we weer hop- hop- hop de bus in naar de volgend halte (deze peruanen waren nogal van de klok: 09.02 uit de bus betekende wel dat je om 09.32 weer ín de bus moest zitten anders was je te laat. Niet helemaal mijn reisstijl, maar goed).
De volgende halte was het startpunt van de afdaling naar de onderkant van de canyon. Het is eigenlijk meer een vallei, want eromheen liggen allerlei bergen en onderin bevonden zich kleine dorpjes. Op dat moment bleken we niet met twee toegezegde 25-jarige duitsers te gaan wandelen, maar met twee gepensioneerde 65-plussers uit Engeland. Op zich heel vriendelijke en fitte lui, maar het tempo kwam dusdanig laag te liggen dat we zeker twee uur langer over de afdaling hebben gedaan en dus te laat waren om nog lekker naast het zwembad (jaja!) van het zonnetje te kunnen genieten. Van de gids mochten we namelijk niet vooruit lopen, de groep moest bij elkaar blijven. De man en ik lagen elkaar sowieso niet omdat hij ons van geen enkele informatie voorzag en voor de toeristen ging bepalen wanneer het weer tijd was voor een kodak-momentje.
De volgende morgen begonnen we om 05.00 weer met wandelen. Na enig subtiel overleg met de gids (´vandaag wandelen we echt onze eigen snelheid ´) zijn we in marstempo naar boven gevlogen (letterlijk, want ik had straalaandrijving omdat ik per-ongeluk twee bak-bananen had gegeten.... ). Boven aangekomen hebben we gelunched en na exact 52,5 minuut in een mineraalbadje te hebben gedobberd zaten we weer in de bus terug naar Arequipa. Conclusie van deze tour was dan ook dat de Canyon de Colca best aardig is maar dat je vooral geen tour moet boeken en dat je de tocht gewoon lekker zelftandig kunt gaan wandelen.
Isla del Sol
Op woensdagmorgen zijn we met de bus naar Puno gegaan (drie uurtjes toeren). Vanuit Puno kun je de eilanden van Lake Titicaca bezoeken maar omdat we gehoord hadden dat dit één grote toeristische kermis is hadden we besloten om naar het Boliviaanse deel van Lake Titicaca te gaan, vanuit Copacabana. Dit ligt net over de grens en omdat die vanaf 19.00 ´s avonds gesloten is hebben we een nachtje doorgebracht in Puno. De volgende ochtend weer met de bus verder naar Copacabana. Inmiddels hadden we een sterk bus in-bus uit-slapen- en weer de bus in- gevoel dus het werd tijd om een paar dagen te relaxen op het eilandje Isla del Sol in Lake Titicaca. Isla del Sol was heel rustig dus daar hebben we twee nachten doorgebracht. Op zondag gingen we weer terug naar Copacabana. Op de terugtocht hield de motor van de boot ermee op maar binnen een uurtje werden we alweer opgehaald door een andere boot dus al met al prima vervoer. Die middag zijn we maar gelijk doorgereisd naar La Paz.
La Paz
Over La Paz kan ik eigenlijk niet zoveel zinnigs melden aangezien er hier niet zo heel veel valt te zien. Het is een stad met bijna 1 miljoen inwoners en het ligt op zo´n 3500 meter hoogte. Wij hebben de stad gebruikt om even bij te komen na alle busreizen van de afgelopen dagen en om één en ander qua vluchten te kunnen regelen. In La Paz heeft ook de Zwitser (voorlopig) afscheid genomen omdat hij eerst richting Chili wilde gaan reizen. Op vrijdag 23 oktober zijn we in een half uurtje naar het plaatsje Rurrenabaque gevlogen met een klein vliegtuigje waar 20 man in past. Rurre heeft een grasbaantje dus er wordt alleen gevlogen als de baan droog genoeg is om te landen en gelukkig was dat het geval. Een schijnbaar vrij ruw ritje later (ik heb geen idee want ik lag heerlijk te maffen) waren we op de plaats van bestemming. Rurrenabaque ligt vlakbij het park ´Madidi´wat geld als één van zuid-amerika´s allermooiste parken vanwege de enorme diversiteit aan flora en fauna die je er kunt vinden.
Rurrenabaque: de jungle en de pampa´s
In Rurre hebben we op vrijdag gelijk twee tours geboekt: één tour op zaterdag van twee dagen naar de jungle en een tour van drie dagen vanaf maandag naar de pampa´s. De jungle tour betekent echt door het ourwoud wandelen en de pampa´s gaat meer over riviertochten en achterliggende graslanden (beetje mangrove achtig, alleen ligt dat buiten het regenseizoen droog). Bij de jungle tour gaat het meer om het echte amazone- oerwoud gevoel: bloedheet en vochtig en je loopt rond in een woud waar je zelf je weg niet meer uit vindt. In de jungle kunnen de beesten zich prima verschuilene dus die zie je relatief weinig. In de pampa´s daarentegen zitten vrijwel alle beesten direct langs de waterkant dus die kun je prima zien tijdens een boottochtje.
De jungle tocht beviel uitstekend: na een boottocht van zo´n drie uur kwamen we aan in een simpele lodge op een open plekje in het oerwoud. Na de lunch gingen we de jungle in voor een trektocht van een paar uur. De groep bestond uit twee fransen, twee polen (eentje van 150 kilo..) en een jolig hollander. Onze gids was bijzonder ervaren en wist tijdens de tochten veel te vertellen over met name allerlei bomen en planten. Ook hebben we nog een groep wilde zwijnen weten op te sporen. De gids gaf aan dat we vooral op moesten passen voor allerlei insecten; met name bepaalde mieren bleken zwaar giftig te zijn. Met de broekspijpen in onze sokken gestoken gingen we dus de jungle door. Prompt werd deze jongen dus in zijn nek gebeten door een mier, hetgeen resulteerde in een knallende koppijn. Hierdoor helaas wel de volgende ochtend de trekking moeten missen, maar van de zeven toeristen gingen er uiteindelijk maar 3 mee omdat de rest ziek, zwak en misselijk was. Een bijzondere jungle ervaring rijker zijn we die zondag weer teruggevaren naar Rurre.
De volgende ochtend weer in de startblokken voor de reis naar de Pampa´s. Hiervoor moesten we eerst 3 uur stuiterend in een jeep over een overharde weg naar de rivier. Van daaruit startte de tocht met een drie uur durend boottocht naar de lodge. Gedurende deze tocht konden we genieten van alle dieren langs de waterkant: krokodillen, alligators, aapjes, blauwe reigers, kapibari´s (soort van enorme hamster), paradijsvogels en nog allerlei andere vogels waar ik de namen niet van ken. We hadden flinke pech want na een uurtje begon het enorm te hozen (en dan bedoel ik dus echt stortregenen). Dit hield ongeveer anderhalf uur aan en aangezien het een open kano was (onderweg dus hozen want hij liep vol) waren we vol-le-dig doorweekt toen we aankwamen bij de lodge. Aangezien de jungle van zichzelf al vrij vochtig is droogt het allemaal voor geen meter dus ik heb de volgende twee dagen maar in mijn zwemshort rondgelopen. Die avond hebben was het gelukkig droog dus we hebben ´s avonds nog een boottocht kunnen maken waarbij we heel veel krokodillen konden spotten.
De volgende ochtend regende het alweer dus besloten we ´s ochtends maar te gaan zwemmen in de rivier. Nou zwemmen er in die rivier drie belangrijke beesten: 1. krokodillen/aligators 2. Piranha´s 3. rose rivier-doflijnen. Als rationeel denkend persoon kun je je dus afvragen of het zo verstandig is om een verfrissende duik in die rivier te gaan nemen, maar volgens de gids (die het al jaren doet) werkt het als volgt: als er dolfijnen zijn dan zijn er geen piranha´s danwel dan bijten de piranha´s niet (vraag me niet waarom, ik heb het ook maar voor kennisgeving aangenomen...) en de krokodillen zijn niet zo geinteresseerd in mensen danwel zijn er bang voor....wij ook voor hun, dat scheelt...
Afijn na een kort boottochtje legde onze kano aan en op het moment dat ik op de oever stond kwam er dus een krokodil van een meter of drie aangekropen. Op het moment dat het beest op zo´n 2,5 meter afstand was genaderd werd het tijd om met een flinke stok duidelijk te maken dat ie weg moest. De stok werd met gewillige bek beetgepakt en al gauw had ik dus geen stok meer en lag de kroko (al grommende) nog steeds op dezelfde plek, alleen nu een tikkie chagrijniger.. ;) Éen van de polen probeerde het nog met zijn paraplu maar ook dat bracht weinig soelaas (helaas is hier geen beeldmateriaal van maar vergeet niet dat het nog steeds stortregende). Op dat moment begon de gids te roepen: ´don´t, that´s pedro´! Bleek deze kroko dus een ietwat gewende krokodil te zijn die meestal van de gidsen te eten kreeg. Pedro had inmiddels enigszins de aftocht geblazen maar werd door de gids met een handje in het water weer teruggelokt naar de kant.... waarna hij hem tot onze stomme verbazing eens lekker achter zijn oren kriebelde!!! Daarna was het natuurlijk ook onze beurt en met mijn enkels op pak ´m beet 20 centimeter afstand van de bek van de krokodil heb ik ´m ook achter z´n oortjes staan kriebelen... ehm, ja. Ben dus blij dat ik al mijn tenen (en enkels) nog steeds heb. Nogmaals echt ongelofelijk dat niemand zijn camera had meegenomen, want dit zijn toch wel kodak momentjes.
Overigens bleek er aan de andere kant van de kano inmiddels nog een krokodil te zijn opgedoken die ook regelmatig door de gidsen werd ´bijgevoerd´. Goed, met kroko 1 zo´n 10 meter op links en kroko 2 idem op rechts zijn we dus gaan zwemmen in de rivier met piranha´s, samen met een stel rose dolfijnen. Geeft toch wel een beetje een apart gevoel en de krokodillen werden dan ook door iedereen scherp in het oog gehouden.
Na dit enerverendezwem-uitje zijn we ´s middags in de mangroves /grasland op zoek gegaan naar een anaconda. Deze werd al gauw gevonden en na wat kodak momentjes lieten we de slang weer gaan. Tijdens deze sessie werd alleen een andere Hollander nog even in zijn laars te grazen genomen maar verder viel het zat mee. (blijken anaconda´s dus toch te kunnen bijten). Na het avondeten ben ik nog even op catfish wezen vissen, hetgeen extra vermakelijk was door de aanwezigheid van een krokodil naast de steiger. Deze lag natuurlijk te wachten op de verse vis die we hem dan ook van harte hebben toegeworpen. (is weer eens wat anders dan een reiger voeren).
De volgende ochtend hebben we nog even gevist op piranha´s. We hebben er diverse gevangen hetgeen dus bevestigde dat we ertussen hadden gezwommen. Na een prima lunch (met piranha´s:) zijn we weer met de boot en jeep terugegaan naar Rurre en de volgende dag zijn we teruggevlogen naar La Paz.
Next: op naar de zilvermijnen van Potosi, de zouvlaktes bij Uyuni en daarna door naar Sucre!
Hasta Luego,
Lex
Machu Picchu - The Salkantay Trail
Afgelopen zaterdag 3 oktober was het dan zover: tijd om te starten met de Salkanty Trail naar Machu Picchu. De Salkantay is een van de alternatieve routes voor de Inca trail en beiden leiden dus naar de legendarisch Inca stad Machu Picchu. De salkantay is onder andere langer en zwaarder dan de klassieke Inca trail en kost bovendien ongeveer de helft ($170 versus $350). Dit omdat de klassieke Inca trail in beheer is van de overheid en dus een betaalde route is. Iedereen mag vrij de salkantay- route lopen en de kosten zijn voornamelijk voor een stukje bus, trein, toegang tot Machu Picchu en uiteraard de hele organisatie. Aan de Klassieke inca trail mogen dagelijks maximaal 500 mensen beginnen (inclusief gidsen e.d) en aangezien deze route nog steeds dagelijks volledig is volgeboekt en omdat iedereen dagelijks op ongeveer hetzelfde moment begint met wandelen krijg je het gevoel dat je meedoet aan een soort van wandel-vierdaagse. De Salkantay route wordt veel minder gelopen en biedt dus nog de gelegendheid om heerlijk van de stilte en de natuur in de bergen te genieten.(we zijn onderweg een paar andere groepen van een man of 12 tegengekomen).
Zaterdagochtend werden we om 04.30 bij onze hostels opgehaald en naar het centrale verzamelpunt gebracht. Vanuit Cusco ging ik met Martin (doorgewinterde Zwitserse bergwandelaar annex restaurant/hotelmanager uit Bern) en Anouk (studente psychologie uit Leiden, hoe kan het ook anders..) de trail lopen. Bij het verzamelpunt kwamen er nog twee Poolse dames (ingevlogen uit Rio de Janeiro) en twee jolige Amerikaanse kerels (vers ingevlogen uit Buenos Aires) bij. Met gids en kok was iedereen zo rond de 25 jaar oud, dus een mooi jonge groep om mee te gaan hiken.
Na een busritje van 3 uur kwamen we om 08.00 aan bij het vertrekpunt in Mollepata. Helaas een brak ontbijt (witbrood) later zijn we begonnen met onze wandeltocht door de bergen. De eerste dag gingen we van zo´n 3000 meter omhoog naar 4000 meter. Een ander kenmerk van deze trail is dat je in tentjes gaat kamperen en dat je pas de vierde nacht in een hostel gaat slapen. Tot die tijd dus niet douchen en lekker stinken. Verder moet je je eigen bagage dragen, dus geen reserve broek of T-shirt, sokken e.d Zoals ik al zei, lekker stinken dus... Je mocht trouwens wel vijf kilo op een paard hangen maar met wat extra eten, water en een slaapzak kom je daar al gauw aan. De eerste nacht was ongelooflijk koud, ons tentje stond op een rotspartij dus de grond was keihard (ultradun matje).Volgens mij ben ik nog nooit zo vaak ´s nachts wakker geweest, hopend dat we alweer mochten gaan lopen. Een leuke grap van het reisbureau was om mij een te korte slaapzak mee te geven. Het ding had 2 meter moeten zijn maar ik paste er totaal niet in. Aangezien het zo´n mummy-ding was kon ik hem dus ook niet helemaal openritsen om er onder te gaan liggen dus dat was uiteindelijk knap ruk. Gelukkig was het snel weer vijf uur dus konden we weer aan de slag. Helemaal top was het moment dat de tent open werd geritst en we een hete mok coca-thee kregen aangereikt van onze gids en kok (wat een service!!).
Het ontbijt bracht weer een hoop lol met zich mee: de poolse dames zagen eruit als twee zombies en de amerikanen konden voor Fish-stick doorgaan aangezien ze waren vergeten om warme kleding mee te nemen: geen jas, geen muts, geen sjaal etc..(Salkantay, is that like, you know, cold??? ) Het ontbijt was vrij beroerd: wazige mais-pap en oud witbrood om de dag mee te beginnen. Gelukkig kon je het witbrood prima in de pap dippen en na de broodjes te hebben besmeerd met de oplos-chocolademelk inclusief zelf-meegebrachte pinda´s was het eigenlijk heel goed te eten. Gelukkig wel een hoop hilariteit want iedereen kon er wel smakelijk om lachen. (ik had een kilo noten mee, Anouk een kilo chocolade pinda´s en onze zwitser ongeveer 40 candybars ;). Op een gegeven moment roken we heerlijke pannenkoeken maar die gingen aan onze neuzen voorbij naar een andere groep; beetje jammer. Na het eten maar eens aan de chef gevraagd of dit soms haar eerste trip was (want niet te eten en duurde steeds uren voordat we konden eten) maar ons werd verzekerd dat ze al vaker mee was geweest.
Zoals ik al zei waren de Amerikanen bevroren en omdat we die dag heel steil omhoog gingen naar 4600 meter hebben ze zich maar ingepakt in de het rescue-folie van de zwitser en zijn ze op een paard naar boven gegaan J. 1 van de Poolse dames vond wandelschoenen te duur en was dus op haar esprit-gympies gaan wandelen. Niet zo´n heel strak plan dus ook de Poolse dames gingen (om- en- om) op een knol naar boven. Toen waren er dus nog maar 3 echte wandelaars voor die dag, het had wel wat weg van het 10-kleine-tuinkabouters- verhaal.
Na 2 uur en een kwartiertje waren we boven op de high-pass: het hoogste punt van de route op 4600 meter. We zaten inmiddels erg dicht bij de Salkantay , een berg van 6271 meter hoog en heel erg steil. Toen we boven waren deed zich ook een mooie lawine voor, dus we zaten op pole position! Na ongeveer anderhalf uur was ook de laatstse Poolse boven en konden we verder trekken naar het dal waar we zouden lunchen. (ongeveer 3 uur hobbelen). Inmiddels had onze ´kok´ aan 1 van ons opgebiecht dat dit de eerste keer was dat ze meeging en dat ze bovendien gids in opleiding was, niet kon koken en ook nog eens een hekel had aan koken... lekker dan, boven op de berg met een kok die er geen zin in heeft!! Gelukkig hadden we dus allemaal een hoop extra eten meegenomen, dus op zich geen probleem.
De tweede nacht was een stuk warmer, hoewel het wel regende en de poolse dames hun tent midden in de nacht in de eetzaal moesten opzetten omdat ie niet waterdicht was. Op dag drie (maandag) liepen we nog verder omlaag naar warmere gebieden. Het landschap varieerde tijdens de tocht enorm: van ijskoud en droog naar bloedheet en gortdroog naar tropisch warm en vochtig. Maandagavond gingen we een stuk met de bus (voelt een beetje als valsspelen maar de trek sluit gewoon niet aan, 30 km met de bus wil je niet lopen). De Amerikanen bleken een dag minder de tijd te hebben en gingen dus direct vanuit Santa Theresa met de trein door naar Agua Calientes (van waaruit je binnen een uur bij Machu Picchu bent). Wij gingen die avond naar de hot springs nabij Santa Theresa. Na een busrit van een half uur verwachtten we eigenlijk niet meer dan een gat in de grond met een schutting voor het omkleden, maar niets bleek minder waar: men heeft het gepresteerd om in-the-middle- of fucking nowhere een heerlijk spa-resort neer te zetten. Het resort heeft twee grote baden, van verschillende temperaturen. Het lijkt allemaal zo te zijn uitgehakt uit de rotsen en met een fenomenaal uitzicht bieden deze badjes de meest geniale ambiance die je je op zo´n moment kunt wensen. Helemaal top dus!
(na afloop wel weer dezelfde stinkende vochtige kleren aangetrokken, maar dat neem je makkelijk voor lief op zo´n moment ;)
Die avond werden we getrakteerd op een enorme hoosbui met hagel op de camping. In tegenstelling tot de tenten van de amerikanen van een andere groep waren onze tenten wel waterdicht maar menig amerikaan kon zijn slaapzak uitwringen. Gelukkig werden ze wel opgevangen in het gebouwtje bij de camping. Die avond kregen we van onze kok uberhaupt geen eten meer en moesten we aanschuiven bij een andere groep (lekkerste eten gehad sinds dat moment want zij hadden wel 2 goede koks).
De volgende ochtend bleek onze kok met de noorderzon te zijn vertrokken; ze had er genoeg van en had de trein gepakt terug naar Cusco! Onze gids was vanaf dat moment dus ook onze kok en verzorgde vervolgens het beste ontbijt dat we tot dan toe hadden gehad (banaan met warme chcocolade-saus als ontbijt, yummy!!). Na het onbijt zijn we op aanwijzingen van de gids via Hydroelectrica (inderdaad een plaatsje bij een waterkrachtcentrale) vertrokken naar Agua Calientes. Het eerste stuk hebben we met zijn drieen gedaan omdat de gids de Polen maar met de bus had gestuurd. Één van de dames was inmiddels aan de antibiotica omdat ze onstekingsreacties kreeg door de enorme aantallen muggensteken (we zijn allemaal volledig lekgestoken en DEET lijken de muggen hier juist lekker te vinden). De muggen hier zijn ook wat anders dan thuis: een soort mini-boorplatformpjes die echt een gaatje in je huid maken dus na een tijdje lijkt het alsof je de rode hond hebt of zoiets. De andere dame had een wondje dat alleen maar groter leek te worden dus die kon in bij terugkomst in Cusco ook linea recta naar een arts voor controle. Gelukkig waren wij drieen wel nog helemaal fit, op wat jeuk van de muggenbulten na dan. :D
De tweede helft van die dag liepen we over en langs de spoorlijn door naar Agua Calientes (krijg je een beetje een zwerverig/vluchteling achtig gevoel van, helemaal als je via de spoorlijn het centrum van het stadje binnenloopt. Agua is werkelijk een vreselijk stadje: één grote kermisattractie van restaurantjes en winkeltjes, puur opgezet voor de toeristen die naar Machu Picchu willen. Maar goed, daar functioneert het dan ook prima voor dus de volgende ochtend zijn we in alle vroegte om 04.15 in het donker naar boven gelopen naar de ingang van Machu Picchu. Om 05.00 waren we er een stonden er al zo´n 50 mensen te wachten voor de ingang. Iedereen komt zo vroeg zodat je de zonsopgang kunt zien én zodat je Wayna Picchu kunt beklimmen. Deze steile berg ligt strak naast Machu Picchu en biedt een fantastisch uitzicht op de stad. Per dag mogen er maar 200 mensen op deze berg omhoog omdat het anders gewoon te krap wordt bovenin. De berg heeft een heel smalle top waar je hooguit met een man of 20 tegelijk kunt zijn zonder dat je elkaar er per ongeluk af kunt duwen.
Om 06.00 ging de stad ´open´ en konden we de zonsopgang over de stad aanschouwen. En toegegeven: het is echt ontzettend mooi want deze stad is bijna volledig intact gebleven, alleen alle daken zijn verdwenen (zal vast stro zijn geweest ofzo). Na een rondleiding van onze gids zijn we neergeploft tussen de Alpaca´s totdat we om een uur of 10.30 Wayna Picchu mochten beklimmen. Het uitzicht bovenop deze berg en het gevoel van tranquiliteit dat je helemaal bovenin ervaart is zo mogelijk nóg beter dan Machu Picchu zelf. Eigenlijk is het helemaal bovenin ook vrij link maar niemand schijnt zich daar wat van aan te trekken: men hopt en kruipt een beetje over de keien heen en weer (met uiterste voorzichtigheid!!) terwijl er nergens hekken zijn dus als je misstapt of uitglijdt donder je zonder meer een paar honder meter naar beneden... Afijn een heerlijk gevoel dus om daarboven een beetje op zo´n flinke rots in de zon te gaan hangen!:D (zie ook de foto´s, als het lijkt op een overhangende rots dan is het dat ook, er zit verder niks achter of zo).
Om een uurtje of 13.00 was het mooi geweest met Machu Picchu. Op dat moment merk je ook hoe waardevol het was om daar zo vroeg mogelijk zijn omdat de stad wordt overspoeld door toeristen die met busladingen tegelijk naar boven worden gebracht. We zijn teruggelopen (stuiterend over de trappen, ik heb geen kuiten meer over ;) naar Agua Calientes en om 18.10 hebben we de trein en bus genomen terug naar Cusco.
Samengevat: Machu Picchu is een enorme aanrader maar vooral met een flinke trek erbij én het beklimmen van Wayna Picchu! Absolute toptijd gehad!
Chao,
Lex